Wat bedoelt men eigenlijk met; een wijn die ruikt/smaakt naar hout? Wijn wordt toch gemaakt van druiven?
Ja, dat klopt zeker, maar sinds jaar en dag worden wijnen ‘opgevoed’ op houten vaten.
Na de zomer worden de rijpe druiven geoogst, ze worden geplukt, vervolgens worden ze gewassen, geperst, opgeslagen in grote houten vaten of Inox tanks. De wijndruiven komen in grote (meestal) eikenhouten fusten, waar het hout zijn invloed kan uitoefenen op het druivensap. Het sap wordt vermengd met hout, doordat een wijn een (half)jaar of meer fustlagering krijgt. Bij wijnen uit bepaalde streken is de fustlagering eigenlijk verplicht (Bordeaux en Spanje), dit proef je dan ook overduidelijk in de wijn.
Door het toevoegen van hout kan een wijn beduidend langer bewaard worden en gaat het niveau niet snel omlaag. Al is daar de laatste jaren veel in veranderd. Voorheen werden houten wijnvaten vooral gebruikt vanuit praktisch oogpunt. Er was geen alternatief en het was nog altijd beter dan de oud-Griekse uitvinding, de Amfora: een poreus pottenbakkerswerkje met veel te grote oren en zonder een fatsoenlijke voet. Tegenwoordig is het gebruik van een houten vat een smaakmaker geworden. Het is eigenlijk een modeverschijnsel. “Als de wijn geen hout had gehad…” horen we wel eens. Men vindt de wijn dan vaak zo flauw, zo zuur of zo smakeloos.
Ja, dat klopt zeker, maar sinds jaar en dag worden wijnen ‘opgevoed’ op houten vaten.
Na de zomer worden de rijpe druiven geoogst, ze worden geplukt, vervolgens worden ze gewassen, geperst, opgeslagen in grote houten vaten of Inox tanks. De wijndruiven komen in grote (meestal) eikenhouten fusten, waar het hout zijn invloed kan uitoefenen op het druivensap. Het sap wordt vermengd met hout, doordat een wijn een (half)jaar of meer fustlagering krijgt. Bij wijnen uit bepaalde streken is de fustlagering eigenlijk verplicht (Bordeaux en Spanje), dit proef je dan ook overduidelijk in de wijn.
Door het toevoegen van hout kan een wijn beduidend langer bewaard worden en gaat het niveau niet snel omlaag. Al is daar de laatste jaren veel in veranderd. Voorheen werden houten wijnvaten vooral gebruikt vanuit praktisch oogpunt. Er was geen alternatief en het was nog altijd beter dan de oud-Griekse uitvinding, de Amfora: een poreus pottenbakkerswerkje met veel te grote oren en zonder een fatsoenlijke voet. Tegenwoordig is het gebruik van een houten vat een smaakmaker geworden. Het is eigenlijk een modeverschijnsel. “Als de wijn geen hout had gehad…” horen we wel eens. Men vindt de wijn dan vaak zo flauw, zo zuur of zo smakeloos.
De opkomst van de nieuwe wijnlanden deed op deze manier enige jaren geleden zijn intrede. Hier zijn we met zijn allen goed ingestonken, wij hebben nu nieuwe wijn voor weinig geld!
Maar die ‘nieuwe wijn’ wordt wel gemaakt op manieren die het daglicht niet kan verdragen. Wijn maken lijkt wel een cursus theezetten voor beginners te zijn geworden.
Grote RVS-tanks waarin letterlijk linnen zakken met houtsnippers gehangen worden, ‘om smaak te geven’. Ja, dat klopt, hiermee wordt smaak aan de wijn ‘gegeven’.
Maar tegelijkertijd wordt het evenwicht van de wijn volledig verstoord!
Goede wijn bepaalt zelf wel in welke mate zij de smaken van het hout wil opnemen, hoe dorstig zij is en op welke manier het fruit versus de zuren, geharmonieerd (met een beetje) hout zich het beste presenteert.
Als je wijn deze smaak dan toch mee wilt geven kies dan voor een goed vervaardigd Bordelaise-vat van 225 liter. Gemaakt van het beste Franse Allier- eiken. Light tot medium getoast, is en blijft hout een ondersteuning van de wijn, ruggengraat maar geen smaakmaker. Daarnaast moet de basiswijn over voldoende kwaliteit beschikken om het gebruik van hout überhaupt aan te kunnen. Een bekend wijnmaker uit de Bourgogne (Jean-Marie Guffens) zei ooit : “A wine can never be overwooded, it only can be underwined”.
Een goed bewaarde Franse traditie is ook nog altijd: geen hout!
We komen dit als mooiste voorbeeld tegen bij de ‘Oesterwijn’ van Frankrijk: Chablis. Dit is hét schoolvoorbeeld van een Chardonnay die lekker kan zijn zonder op een houten vat te hebben gelegen. Deze wijn kenmerkt zich door zijn frisheid, soms zelfs knisperend. Maar tegelijkertijd heeft de wijn een stevige fruitstructuur met zelfs wat eigen vettigheid. Deze combinatie gevoed door de mineraliteit van de bijzondere bodem (Kimmeridge) maakt dat deze wijn zich perfect laat vergezellen met rauwe oesters en andere zaligheden uit de zee.Hout of geen hout? Het is een keuze.
Maar die ‘nieuwe wijn’ wordt wel gemaakt op manieren die het daglicht niet kan verdragen. Wijn maken lijkt wel een cursus theezetten voor beginners te zijn geworden.
Grote RVS-tanks waarin letterlijk linnen zakken met houtsnippers gehangen worden, ‘om smaak te geven’. Ja, dat klopt, hiermee wordt smaak aan de wijn ‘gegeven’.
Maar tegelijkertijd wordt het evenwicht van de wijn volledig verstoord!
Goede wijn bepaalt zelf wel in welke mate zij de smaken van het hout wil opnemen, hoe dorstig zij is en op welke manier het fruit versus de zuren, geharmonieerd (met een beetje) hout zich het beste presenteert.
Wijn zonder hout; het kan ook in Frankrijk! |
Een goed bewaarde Franse traditie is ook nog altijd: geen hout!
We komen dit als mooiste voorbeeld tegen bij de ‘Oesterwijn’ van Frankrijk: Chablis. Dit is hét schoolvoorbeeld van een Chardonnay die lekker kan zijn zonder op een houten vat te hebben gelegen. Deze wijn kenmerkt zich door zijn frisheid, soms zelfs knisperend. Maar tegelijkertijd heeft de wijn een stevige fruitstructuur met zelfs wat eigen vettigheid. Deze combinatie gevoed door de mineraliteit van de bijzondere bodem (Kimmeridge) maakt dat deze wijn zich perfect laat vergezellen met rauwe oesters en andere zaligheden uit de zee.Hout of geen hout? Het is een keuze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten